China en Hong Kong

Nǐ hǎo!

Het is alweer een tijdje geleden dat we wat van ons hebben laten horen. De afgelopen weken hebben we door China gereisd, waar verschillende websites zijn geblokkeerd (ook onze blog). Op dit moment zitten we in Hong Kong en vanavond vliegen we naar Taipei (Taiwan). Wat hebben we allemaal meegemaakt de afgelopen weken… we proberen er een korte samenvatting van te geven (anders wordt het veel te lang).

In Beijing moesten we echt even wennen aan het Chinese leven. Vooral de gebruiken zijn best wel anders dan wij gewend zijn (roggelen en tuffen op de grond (soms ook binnen), luidruchtig noodles slurpen). In Beijing hebben we de Forbidden City bezocht, waar het ontzettend druk was, maar wel leuk om te zien. Ook hebben we een paar mooie tempels gezien en de ‘hutongs’ (oude kleine straatjes) van de stad verkend. Het absolute hoogtepunt van Beijing vonden we de Chinese Muur, waarbij we een stuk oude muur hebben beklommen. De weg er naartoe was al één groot avontuur, niemand wist waar we heen moesten. Er stonden 30 taxichauffeurs om ons heen die ons overal heen wilden brengen, behalve waar wij heen wilden. Uiteindelijk zijn we met een Spaanse man en Japans vrouwtje door een local met haar eigen auto naar de oude muur gebracht (de niet gerestaureerde muur, waar bijna geen toeristen komen). Het was ontzettend vet (zie foto’s). Wat daarnaast ook niet mag ontbreken in Beijing is natuurlijk Pekingeend. Deze werd voor onze ogen gefileerd en smaakte heerlijk. Verder bracht de avond ons bij een rooftop-bar, wat heel gezellig was.

Na een aantal goede tips van medereizigers, zijn we afgereisd naar Pingyao, volgens verhalen een klein stadje waar het ‘oude China’ nog goed te zien is. Dit kleine stadje is helemaal omringd door de oude stadsmuur. Het centrum bestaat uit kleine restaurantjes en (souvenir)winkeltjes. Wij hadden natuurlijk weer geprobeerd het goedkoopste hostel te vinden, en daar aangekomen snapten we direct waarom het zo goedkoop was. We moesten door een klein achteraf steegje, langs huizen van locals, en een smal trappetje op om bij onze kamer te komen. Ook hebben we nog een tour gedaan naar de ‘Family Wang Courtyard’ (een soort tempelcomplex) en ondergrondse tunnels.

Hierna zijn we met de trein verder gegaan naar Xi’an. Daar hebben we het Terracotta leger bezocht. De eerste Chinese keizer heeft alle mannen van zijn leger na laten bouwen en boven zijn graf laten begraven om over hem te waken. We hadden er iets meer van verwacht, ze waren nog bezig met het opgraven van de beelden, dus nog niet het hele leger is compleet. Daarnaast hebben we de rest van Xian gezien (o.a. het Muslim Quarter). We aten bijna elke avond in een heel goedkoop uitziend straatentje voor in totaal 16 yuan, ongeveer €2. De leuke eigenaars waren iedere avond weer blij om ons te zien.

Daarna namen we voor het eerst een nachttrein naar Chengdu, met 3 bedden boven elkaar. Eén ramp! Maarten moest op het bovenste bed (waar hij niet op kon komen), Irma had last van rokende mannen in de trein en de hele coupe stonk naar noodle soep om 7 uur ‘s ochtends. Ook waren we echt een bezienswaardigheid als enige toeristen in de coupe. Dit was heel wat anders dan de comfortabele Transmongolië trein.

In Chengdu sliepen we in een hostel voor €1 per nacht. Ook dat hebben we geweten. We lagen op houten planken in een stinkkamer met wc’s die geen deuren hadden, maar kleine gordijntjes. De volgende dag hebben we dus maar een beter hostel opgezocht. In de buurt van Chengdu hebben we Mount Emei Shan beklommen (1 van de 4 heilige bergen in China). We begonnen onze tocht vanaf Baoguo, een klein stadje onderaan de berg. Vanaf hier namen we de bus naar de eerste tempel waar zijn we begonnen met wandelen. De eerste dag hebben we 1500 meter geklommen, 5 wilde apenfamilies overleefd die aan ons hingen (heel eng) en duizenden trappen beklommen. We sliepen die avond in de Elephant Bathing Pool tempel. Een echte ervaring. De twee dag hoefden we nog maar 1000 meter omhoog naar de top. Onderweg hadden we supermooie uitzichten, maar door de dalende wolken hadden we op de top (3079 meter) helaas geen zicht. We pakten de bus weer terug naar Chengdu en de volgende dag gingen we naar de panda’s (zie foto’s). Geweldige beesten!! ’s Avonds hebben we hotpot gegeten in het beste restaurant van Chengdu. Dit is een soort fondue maar dan met hele pittige olie. Het bestellen was een heel spektakel aangezien niemand Engels sprak. Gelukkig hielp het boekje met aanwijsplaatjes enorm.

Het plan was om naar het national park boven Chengdu te gaan (heel mooi, maar heel duur). Uiteindelijk hebben we onze plannen gewijzigd en hebben we koers gezet richting de Tiger Leaping Gorge (in het zuiden van China). De reis begon met een nachttrein van Chengdu naar Panzhihua. Zelfde soort trein als eerder beschreven. We ontmoetten in de trein een Chinees vrouwtje genaamd Chen Hongxi. Zij nodigde ons uit om een nacht bij haar te komen slapen (wij, natuurlijk op onze hoede, waren een beetje achterdochtig) maar besloten uiteindelijk om mee te gaan. Beste keuze ooit. Ze nam ons mee naar haar moeders hotel in een klein dorpje. Ze namen ons mee uit eten (hotpot), liet ons lokale marktjes zien, stopten ons vol met allemaal eten en lieten ons dansen met locals. Enorm leuke ervaring. De volgende dag zette ze ons op een bus naar Lijiang. Een 8 uur durende bergrit met veel kotsende mensen in de bus. Gelukkig konden we ondertussen de Chinese versie van King Kong zien. In Lijiang sliepen we in Mama Naxi’s, een heel leuk huiselijk hosteltje.

De volgende dag vertrokken we voor de Tiger Leaping Gorge (zie foto’s). Echt een geweldige hike met ontzettende mooie uitzichten. We sliepen halverwege de track in een kamer met uitzicht op de bergen. Het tweede deel van de track bestond uit naar beneden lopen en helemaal tot aan de rivier. Hier zag je pas echt goed hoe enorm alle bergen om ons heen waren. Op de terugweg moesten we nog even een ladder beklimmen van 50 meter stijl omhoog (niet gezekerd). Trillend kwamen we boven.

Die avond hebben we nog heerlijk gegeten in Mama Naxi’s en daarna namen we de nachttrein naar Kunming. Hier hebben we welgeteld 1 dag rondlopen, want die avond namen we de volgende nachttrein naar Guilin. We moesten zo snel reizen omdat ons 30 dagen visum bijna afliep (Irma dacht dat we nog wat langer hadden, waardoor we de treintickets moesten omboeken…). In Guilin hebben we nog een uitstapje gedaan naar de Longi Rice Terraces. Helaas was de rijst al geoogst, maar de uitzichten op de terrassen waren nog steeds mooi. ’s Nachts wilden we in een hostel slapen dat helaas al volgeboekt was, waardoor we in een random huis overnachtten tussen de ratten (we hoorden ze knagen en lopen).

De volgende dag namen we de nachttrein van Guilin naar Shenzhen (de overgang naar China naar Hong Kong). Dit ging vrij soepeltjes, Irma werd er alleen eventjes tussenuit gepikt omdat het scannen van haar paspoort lastig ging. De eerste paar dagen in Hong Kong sliepen we in de wijk Tsim Sha Tsui. Een drukke wijk met ontzettend veel dure winkels. Hong Kong is een ontzettende leuke, levendige en diverse stad. We zijn hier naar het strand geweest, we hebben een hike gedaan (de Dragonsback), zijn met de ferry gegaan, en hebben de Peak beklommen met uitzicht over de stad.

Ook zijn we twee dagen naar Macau geweest. Het Las Vegas van Azië. Wat een vette en dikke casino’s heb je hier! Hier staat het grootste casino van de wereld (The Venetian). Je weet niet wat je ziet, zoveel verdiepingen en zo ver als je kan kijken tafels om op te spelen. Er is van alles te zien. Zo hebben we Chinezen ontzettend veel geld zien verspillen en ook zien winnen. Wij hebben zelf ook nog even gegokt (roulette en baccarat) en 900 Hong Kong dollar (€110) meegenomen. Het was super leuk om een keer mee te maken!

Vanavond vliegen we van Hong Kong naar Taiwan waar het volgende avontuur begint. We blijven hier twee weken en vliegen daarna door naar Tokyo. We hopen dat jullie op deze manier weer een beetje op de hoogte zijn en vergeet vooral de foto’s niet te bekijken.

Liefs Irma en Maarten